De reststaalcollectie van het KBIN: wat is het en wat kun je ermee?
Iedere entomoloog, vooral zij die met vallen of sleepnetten werken, hebben vroeg of laat te maken met bijvangsten d.i. specimens die in de vallen of het sleepnet terecht komen, maar behoren tot groepen die de verzamelaar zelf niet bestudeert. Deze bijvangsten zijn vaak omvangrijk en omvatten heel wat interessant materiaal voor andere entomologen. Het is dus zonde om die reststalen zomaar weg te gooien of te laten kapotgaan.
Daarom werd een paar jaar geleden binnen de KBVE-SRBE het idee geopperd om een reststaalcollectie aan te leggen. Via een workshop werden de hoofdlijnen uitgezet en het KBIN was zo vriendelijk hiervoor materiaal én infrastructuur te voorzien. En het initiatief bleek een succes, want we ontvingen sindsdien aanzienlijke hoeveelheden reststalen, afkomstig uit zowel België, andere Europese landen, als de tropen.
Er wordt systematisch aan de ontsluiting van deze stalen gewerkt – die nu bijna twee volledige collectiekamers innemen. Immers, het is niet de bedoeling om ze gewoonweg op te slaan voor de komende generaties, maar ook om ze voor onderzoek beschikbaar te stellen aan Belgische en buitenlandse collega’s. Tot op heden werden reeds meer dan 400 reststalen opgenomen in de lijst in bijlage. Deze lijst zal nog dit jaar omgezet worden in een webportaal met een eenvoudige zoekfunctie. Zie alvast een eerste lijst met meer dan 400 reststalen op deze pagina.
Het belang van reststalen
Reststalen zijn van onschatbare waarde. Doorgaans bevatten ze immers de bulk van de verzamelde specimens, omdat de verzamelaar doorgaans slechts in één of een beperkt aantal taxonomische groepen geïnteresseerd is. Maar wat nog belangrijker is, is hun historische betekenis: vanaf het moment van de verzameling is het (rest)staal reeds historisch te noemen, en dit aspect wordt alsmaar belangrijker naarmate de tijd verstrijkt. Het is niet uitgesloten dat (rest)stalen verzameld werden in gebieden die sindsdien een transformatie hebben ondergaan, waardoor de onderzochte habitats niet langer bestaan. Ook bieden deze reststalen een unieke vergelijkingsbasis voor bv. meer recente verzamelingen, waardoor veranderingen in faunasamenstelling tussen uiteenlopende perioden in de tijd kunnen onderzocht worden. Ook voor de bepaling van de eerste melding van invasieve invertebraten zijn reststalen bruikbaar.
Algemene regels voor indieners en gebruikers van reststalen
- Alle reststalen kunnen gedeponeerd worden, ongeacht de oorsprong, verzamelmethode of verzamelperiode.
- Ze kunnen onbestudeerde restfracties bevatten en/of een surplus aan reeds geïdentificeerde specimens.
- Verschillende restfracties (bv. uit meerdere vangstperiodes bij temporeel onderzoek) worden best niet gedeponeerd als één gecombineerde restfractie (hierdoor gaat té veel waardevolle informatie verloren), maar als afzonderlijke bijvangsten.
- Reststalen kunnen door iedereen ingediend worden (dus ook niet-leden van de KBVE-SRBE), en kunnen ook door iedereen bestudeerd worden (zie verder).
- Reststalen worden na afspraak met de verantwoordelijke (zie verder) en in regel steeds in het KBIN bestudeerd, tenzij een andere regeling wordt getroffen.
Je wenst reststalen te deponeren. Wat staat je te doen?
- Zorg ervoor dat de reststalen in goed sluitbare recipiënten (bokalen, potjes, proefbuisjes, eppendorfjes) steken en voldoende alcohol bevatten. Doorgaans worden ze na depositie overgebracht in verse alcoholoplossing en uniforme verzamelbokalen. In het geval van zeer grote collecties, kunnen deze recipiënten ook op voorhand afgehaald worden in het KBIN.
- Gelieve elk reststaal van een goed leesbaar etiket te voorzien, met tenminste de volgende informatie (informatie tussen [ ] is wenselijk, maar optioneel):
Land, [provincie/staat], localiteit, [locatie of gebied], [beschrijving verzamelplaats/habitattype], [breedtegraad, lengtegraag, hoogte], verzameldatum/periode* , verzamelmethode, naam van de verzamelaar, inhoud**
* format: dd/mm/yyyy (bv. 01/vii/2017)
** inhoud: het is ook steeds belangrijk aan te geven welke taxonomische groepen uit de stalen werden verwijderd. In het geval van surplusstalen van geïdentificeerd materiaal, geef je best op welke taxa de reststalen bevatten. Andere relevante opmerkingen over de afzonderlijke reststalen zijn uiteraard steeds welkom.
- Een bijhorende (digitale) lijst van deze etiketten in bv. Excel is tevens wenselijk en draagt bij tot een snelle ontsluiting van de reststalen. Hiervoor kunt u het “Your_residue_sample_list” bestand gebruiken.
- Stuur uw reststalen naar Wouter Dekoninck (Wetenschappelijke Dienst Patrimonium, KBIN, Vautierstraat 29, 1000 Brussel) (= verantwoordelijke) of combineer de depositie van de reststalen met een bezoekje aan het KBIN. Maak altijd best een afspraak. Enkel in geval van omvangrijke reststaalcollecties kan overwogen worden om die ter plekke te komen ophalen.
Je wenst reststalen te bestuderen. Wat wordt van je verwacht?
- Duid in de residustalenlijst aan welke stalen u wenst te bestuderen (zie kolom R).
- Stuur een emailbericht mét uw coördinaten, de gewenste bezoekdatum en een kopij van de aangevulde Excelfile aan Wouter Dekoninck (wdekoninck@naturalsciences.be, Wetenschappelijke Dienst Patrimonium, KBIN, Vautierstraat 29, 1000 Brussel). Hij neemt terug contact met u op om tot een concrete afspraak te komen.
- Deze afspraak omvat ook een regeling m.b.t. depositie van geïdentificeerd materiaal of gegevens, die samen met u wordt opgesteld.